maandag 6 juni 2016

Een koe in de ogen kijken




Pandora. Afbeelding verkregen via Wikipedia

Mijn broer Mári heeft mij gevraagd om mee te schrijven aan zijn blog.
Met het verzoek om zo'n beetje te vertellen wat de lezers van mij kunnen verwachten.

Als achtergrondplaatje van mijn blog koos ik Pandora.
Volgens de overlevering was Pandora een mooie, welopgevoede, goed geklede, getalenteerde en intelligente dame.
Helaas was zij behept met "schaamteloze gedachten", "een bedrieglijke aard" en, het ergste van alles, nieuwsgierigheid.
Zo kwam het dat Pandora eigenhandig het vat met álle ongelukken en zorgen van de wereld opende.
Een heidense versie van de zondeval, maar dan zonder appel.
En dan noemen ze ons (vrouwen) het zwakke geslacht!

Pandora schrok wel een beetje van haar actie, en probeerde de deksel er snel weer op te gooien. 
Als een schoolmeisje met haar handjes in de koektrommel dat merkt dat iemand er spinnen in heeft gestopt. 
Helaas waren de spinnen er toen al uit...
Na hun aanblik was Pandora nooit meer dezelfde. 
Laat staan de mensheid.

Ter vergelijking de plot van het sprookje Blauwbaard.
Een nieuwsgierige, levenslustige maar wat naïeve jonge vrouw werkt zichzelf in de nesten door te trouwen met een (charmant lijkende) griezel.
Ze negeert haar gevoel van onbehagen (zijn baard is blauw) door prettig aandoende uiterlijkheden te benadrukken (lang, sterk, welgemanierd, goed nest).

"Je mag alles doen, als je maar uit die éne kamer blijft", zegt Blauwbaard, en laat zijn jonge vrouw alleen in het kasteel achter, mét alle sleutels.
Een klein meisje alleen in een kamer, mét een koektrommel.
Dát is wachten op ellende!
Geen spinnen deze keer, maar - houd je vast - een kamer vol met lijken. 
Van haar eveneens nieuwsgierige - want vrouwen - voorgangsters. 
En op de koop toe een sleutel vol met bloed, dat zij er met alle zeep van de wereld niet afgewassen krijgt.

Vanzelfsprekend ontdekt Blauwbaard haar ongehoorzaamheid.
Hij dreigt haar te vermoorden.
Maar de heldin verzint een list.
Ze weet Blauwbaard tot uitstel te bewegen (nog even mijn neus poederen), en verzamelt in no time ál haar "krachten".
In haar eeuw betekende dit dat zij al haar broers - symbool voor de 'mannelijke' krachten in de psyche - roept, die haar komen redden.
Zo ontkomt het meisje aan de vernietiging.
En passant rekenen de broers óók nog even af met Blauwbaard.
Zo kan het dus ook!

Maar lezen de mensen de mythe over Pandora eigenlijk wel goed?
Na een gesprek met Sal denk ik dat Pandora niet zo'n angsthaas is als ze lijkt.
Een Zondares is ze al helemaal niet. 
Want de wereld kan helemaal niet zonder ellende! 
Zowel biologen als (neo)liberalen geloven immers dat de mensen zonder ellende (concurrentie, honger, gebrek) niet vooruit te branden zijn. 
Om precies te zijn: de "ongelukken" waren er al, maar Pandora was de eerste "slechte boodschapper" (die gewoonlijk wordt onthoofd, volgens het gezegde) om de mensen de ogen te openen.
Hiermee kwamen, inderdaad, de "zorgen" in de wereld.
Als je het bewustzijn (en daarmee de wens om handelend op te treden) tenminste zo wilt noemen. 
Dit in tegenstelling tot "de banaliteit van het kwaad" (Hannah Arendt), oftewel het NIET (willen) nadenken.

Pandora heeft vele navolgers, zoals recentelijk Marijn Frank, die zich bewust zes weken (mentaal) voorbereidt, als stagiair in een slachthuis, om een koe eigenhandig(!) te kunnen slachten. 
Frank kan het vlees eten niet laten, maar vindt dat ze dan zelf ook precies moet weten wát ze eet en hoe het "product" op haar bord gekomen is.

Mijn pleegbroer Otto bekende dat hij had zitten huilen om de uitdrukking in de ogen van de koe ("je ziet dat ze weet dat ze dood zal gaan"), in Frank's documentaire.
Otto doet niet eens een poging om het vlees te laten staan, maar voelde zich toch enige weken wat ongemakkelijk.
Zichtbaarheid werkt!

Eigenlijk is het heel simpel.
Pandora gooit de deksel weer op het vat om uitstel te regelen. 
Net als de heldin uit het sprookje Blauwbaard.
Want om de "eeuwige roofvijand" (die álles van waarde op de voet lijkt te volgen) te verslaan moet zij eerst al haar krachten verzamelen.

Het begint met zichtbaarheid (vat open, eten van de appel, enz)
Dan volgt bewustwording (nadenken).
Vervolgens verzamel je krachten (deksel weer op het vat, neus poederen, Blauwbaard om de tuin leiden).
En pas dán kom je in verzet. 
Liefst niet alleen.
Want tegen typen als Blauwbaard kun je het schudden.

Maar helaas is het in de mode om de ellende in de wereld te bestrijden door met het monster in jezelf te vechten.
Dat lijkt mij van een grenzeloze zelfoverschatting.
Want soms bevindt het monster zich toch écht buiten je.
Zelf al noem je je kinderen 'Rover' of 'Nero'!

Alle particuliere "bijenhotels" in de wereld (nu zelfs te koop bij de dozen-supermarkt, hoewel wat knullig in elkaar gezet) kunnen de bijen immers niet redden, als het gebruik van landbouwgif niet streng aan banden wordt gelegd.
Om dit voor elkaar te krijgen is echter grootschalig verzet nodig. 
Want de moderne roofvijand is niet voor de poes.
Vergeleken bij de internationaal opererende gifmengers is Blauwbaard immers een aandoenlijke struikrover. 

Zo kom ik op de rode draad in mijn blog.
Een mannelijke kennis zei een keer tegen me: "Jij probeert de hele wereld naar je hand te zetten".
Zijn irritatie trof me onaangenaam, maar er zit een waarschuwing in: ik moet niet tevéél willen.
Kleine stapjes vooruit!
Eerst de deksel van het vat met ongelukken, want zonder zichtbaarheid (“zorgen”) verandert er niets.
In de wetenschap heet zo’n (eerste) stapje: "een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde". 

Romanschrijvers en kunstenaars doen hetzelfde, maar beter.
Ook ik zal mijn best doen om een héél klein beetje bij te dragen.

Natuurlijk zal ik me van tijd tot tijd BOOS maken.
Boos op alles wat bewust onzichtbaar wordt gemaakt, achter betonnen muren verstopt, in de taboe-sfeer gehouden, en vooral: door middel van vaag taalgebruik letterlijk "verbloemd" wordt.

In mezelf zie ik vooral één monster, en dat is de (spreekwoordelijke) struisvogel.
Kop op, en zie de koe in de ogen!  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten