Pandora. Afbeelding verkregen via Wikipedia |
Mijn broer Mári heeft mij gevraagd om mee te schrijven aan zijn blog.
Met het verzoek om zo'n
beetje te vertellen wat de lezers van mij kunnen verwachten.
Als achtergrondplaatje van
mijn blog koos ik Pandora.
Volgens de overlevering was
Pandora een mooie, welopgevoede, goed geklede, getalenteerde en intelligente
dame.
Helaas was zij behept met
"schaamteloze gedachten", "een bedrieglijke aard" en, het
ergste van alles, nieuwsgierigheid.
Zo kwam het dat Pandora eigenhandig
het vat met álle ongelukken en zorgen van de wereld opende.
Een heidense versie van de
zondeval, maar dan zonder appel.
En dan noemen ze ons (vrouwen) het
zwakke geslacht!
Pandora schrok wel een beetje van haar actie, en
probeerde de deksel er snel weer op te gooien.
Als een schoolmeisje met haar handjes in de koektrommel dat merkt dat iemand er spinnen in heeft gestopt.
Als een schoolmeisje met haar handjes in de koektrommel dat merkt dat iemand er spinnen in heeft gestopt.
Helaas waren de spinnen er toen al uit...
Na hun aanblik was Pandora
nooit meer dezelfde.
Laat staan de mensheid.
Ter vergelijking de plot
van het sprookje Blauwbaard.
Een nieuwsgierige,
levenslustige maar wat naïeve jonge vrouw werkt zichzelf in de nesten door te
trouwen met een (charmant lijkende) griezel.
Ze negeert haar gevoel van
onbehagen (zijn baard is blauw) door prettig aandoende uiterlijkheden te benadrukken (lang,
sterk, welgemanierd, goed nest).
"Je mag alles doen,
als je maar uit die éne kamer blijft", zegt Blauwbaard, en laat zijn jonge
vrouw alleen in het kasteel achter, mét alle sleutels.
Een klein meisje alleen in
een kamer, mét een koektrommel.
Dát is wachten op ellende!
Geen spinnen deze keer,
maar - houd je vast - een kamer vol met lijken.
Van haar eveneens nieuwsgierige - want vrouwen - voorgangsters.
En op de koop toe een sleutel vol met bloed, dat zij er met alle zeep van de wereld niet afgewassen krijgt.
Van haar eveneens nieuwsgierige - want vrouwen - voorgangsters.
En op de koop toe een sleutel vol met bloed, dat zij er met alle zeep van de wereld niet afgewassen krijgt.
Vanzelfsprekend ontdekt Blauwbaard haar
ongehoorzaamheid.
Hij dreigt haar te vermoorden.
Maar de heldin verzint een list.
Hij dreigt haar te vermoorden.
Maar de heldin verzint een list.
Ze weet Blauwbaard tot
uitstel te bewegen (nog even mijn neus poederen), en verzamelt in no time ál haar
"krachten".
In haar eeuw betekende dit
dat zij al haar broers - symbool voor de 'mannelijke' krachten in de psyche - roept, die haar komen redden.
Zo ontkomt het meisje aan de
vernietiging.
En passant rekenen de broers óók nog
even af met Blauwbaard.
Zo kan het dus ook!
Maar lezen de mensen de
mythe over Pandora eigenlijk wel goed?
Na een gesprek met Sal denk
ik dat Pandora niet zo'n angsthaas is als ze lijkt.
Een Zondares is ze al
helemaal niet.
Want de wereld kan helemaal
niet zonder ellende!
Zowel biologen als
(neo)liberalen geloven immers dat de mensen zonder ellende (concurrentie,
honger, gebrek) niet vooruit te branden zijn.
Om precies te zijn: de
"ongelukken" waren er al, maar Pandora was de eerste "slechte
boodschapper" (die gewoonlijk wordt onthoofd, volgens het gezegde) om de
mensen de ogen te openen.
Hiermee kwamen, inderdaad, de
"zorgen" in de wereld.
Als je het bewustzijn (en
daarmee de wens om handelend op te treden) tenminste zo wilt
noemen.
Dit in tegenstelling tot
"de banaliteit van het kwaad" (Hannah Arendt), oftewel het NIET
(willen) nadenken.
Pandora heeft vele
navolgers, zoals recentelijk Marijn Frank, die zich bewust zes weken (mentaal)
voorbereidt, als stagiair in een slachthuis, om een koe eigenhandig(!) te
kunnen slachten.
Frank kan het vlees eten
niet laten, maar vindt dat ze dan zelf ook precies moet weten wát ze eet en hoe
het "product" op haar bord gekomen is.
Mijn pleegbroer Otto
bekende dat hij had zitten huilen om de uitdrukking in de ogen van de koe
("je ziet dat ze weet dat ze dood zal gaan"), in Frank's
documentaire.
Otto doet niet eens een
poging om het vlees te laten staan, maar voelde zich toch enige weken wat
ongemakkelijk.
Zichtbaarheid werkt!
Eigenlijk is het heel
simpel.
Pandora gooit de deksel
weer op het vat om uitstel te regelen.
Net als de heldin uit het sprookje Blauwbaard.
Net als de heldin uit het sprookje Blauwbaard.
Want om de "eeuwige
roofvijand" (die álles van waarde op de voet lijkt te volgen) te verslaan
moet zij eerst al haar krachten verzamelen.
Het begint met
zichtbaarheid (vat open, eten van de appel, enz)
Dan volgt bewustwording
(nadenken).
Vervolgens verzamel je
krachten (deksel weer op het vat, neus poederen, Blauwbaard om de tuin leiden).
En pas dán kom je in
verzet.
Liefst niet alleen.
Want tegen typen als Blauwbaard kun je het schudden.
Want tegen typen als Blauwbaard kun je het schudden.
Maar helaas is het in de mode om de ellende in de wereld te bestrijden door met het monster in
jezelf te vechten.
Dat lijkt mij van een
grenzeloze zelfoverschatting.
Want soms bevindt het
monster zich toch écht buiten je.
Zelf al noem je je kinderen 'Rover' of 'Nero'!
Zelf al noem je je kinderen 'Rover' of 'Nero'!
Alle particuliere
"bijenhotels" in de wereld (nu zelfs te koop bij de dozen-supermarkt,
hoewel wat knullig in elkaar gezet) kunnen de bijen immers niet redden, als het
gebruik van landbouwgif niet streng aan banden wordt gelegd.
Om dit voor elkaar te
krijgen is echter grootschalig verzet nodig.
Want de moderne roofvijand
is niet voor de poes.
Vergeleken bij de
internationaal opererende gifmengers is Blauwbaard immers een aandoenlijke
struikrover.
Zo kom ik op de rode draad
in mijn blog.
Een mannelijke kennis zei
een keer tegen me: "Jij probeert de hele wereld naar je hand te
zetten".
Zijn irritatie trof me
onaangenaam, maar er zit een waarschuwing in: ik moet niet tevéél willen.
Kleine stapjes vooruit!
Eerst de deksel van het vat
met ongelukken, want zonder zichtbaarheid (“zorgen”) verandert er niets.
In de wetenschap heet zo’n
(eerste) stapje: "een noodzakelijke maar niet voldoende
voorwaarde".
Romanschrijvers en
kunstenaars doen hetzelfde, maar beter.
Ook ik zal mijn best doen om
een héél klein beetje bij te dragen.
Natuurlijk zal ik me van
tijd tot tijd BOOS maken.
Boos op alles wat
bewust onzichtbaar wordt gemaakt, achter betonnen muren verstopt, in de
taboe-sfeer gehouden, en vooral: door middel van vaag taalgebruik letterlijk
"verbloemd" wordt.
In mezelf zie ik vooral één
monster, en dat is de (spreekwoordelijke) struisvogel.
Kop op, en zie de koe in de
ogen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten